Fabian Risk verhuist van Stockholm naar Tågaborg, in de directe omgeving zijn geboortestad Helsingborg om daar zijn loopbaan als politieman voort te zetten. Het is een onvrijwillige maar onvermijdelijke verhuizing waarmee zijn vrouw Sonja en de kinderen Matilda en Theodor met de nodige scepsis hebben ingestemd. Hoewel de eerste zes weken bedoeld zijn om te acclimatiseren en de verhuisdozen uit te pakken wordt Fabian al snel benaderd door zijn nieuwe chef hoofdinspecteur Astrid Tuvesson. Zij wil Fabians mening over de moord op zijn oud-klasgenoot Jörgen Pålsson, die op gruwelijke wijze om het leven is gebracht waarbij zijn handen werden afgezaagd. Niet kort daarna wordt er een tweede oud-klasgenoot vermoord en wordt de klassenlerares dood aangetroffen. Fabian begint een verband te zien dat leidt naar een jongen uit de klas die op grove wijze werd gepest. Zit Fabian op het juiste spoor of is er er meer aan de hand? En zet Fabian, door intensief aan het onderzoek te gaan deelnemen in plaats van vakantie te houden met zijn gezin, zijn toch al wankele huwelijk op het spel?
Zonder gezicht is de debuutthriller van de Zweedse schrijver Stefan Ahnhem, die werkzaam is in de wereld van film en televisie en bekend is geworden door o.a. een aantal scenario's voor de televisieserie Wallander. Het verhaal is met veel vaart geschreven in een lekker lezende en heldere schrijfstijl. Er zitten een groot aantal onverwachte wendingen in die ervoor zorgen dat de spanning altijd aanwezig is en goed wordt opgebouwd. Het onderwerp dat Stefan Ahnhem voor deze thriller gebruikt, namelijk pesten op school, is actueel en wordt goed uitgewerkt. Vooral de catastrofale gevolgen die pesten kan hebben op de ontwikkeling van een kind worden heel goed verwoord.
Fabian ging in zijn auto zitten en stak de sleutel in het contact. Het leed geen twijfel dat hij precies had gekregen waar hij op uit was, en het gevoel waarmee hij had rondgelopen was niet langer alleen maar een gevoel. Jörgen Pålsson had zijn eigen graf gegraven. Maar Fabian wist dat hij haar veel te hard had aangepakt, zonder er rekening mee te houden dat ze net haar man had verloren.
Wat zat hem dwars? Dat Lina van iedereen net met Jörgen was gegaan en dat ze nog steeds bij elkaar waren geweest? Wat had hij voor recht om vraagtekens te zetten bij haar keuze? Alsof hij wist wat het beste voor haar was.
Hij deed het handschoenenkastje open, trok het laatste keuringsbewijs eruit en schreef achterop dat het hem enorm speet dat hij haar gekwetst had en verzekerde haar dat ze meer dan welkom was om contact met hem op te nemen wanneer ze maar wilde. Hij schreef ten slotte zijn adres en mobiele nummer op het briefje, ondertekende het, vouwde het op en stopte het in haar brievenbus. Terwijl hij dat deed had hij de hele tijd het gevoel dat ze achter een dun gordijn naar hem stond te kijken en vlak voor hij in de auto ging zitten en wegreed, keerde hij zich om en glimlachte en wuifde naar haar.
Een paar minuten later ging de telefoon. Het bleek echter Tuvesson te zijn.
‘De foto’s uit Lernacken zijn er.’
‘Is er iets op te zien?’
‘Ik denk dat het het beste is als je hiernaartoe komt.’
Er waren vier foto’s van de tolpoort. Tuvesson had ze op de server van het politiebureau gezet zodat ze er in de vergaderruimte naar konden kijken, waar ze op de muur werden geprojecteerd.
‘Vertel me nou niet dat de melk alweer op is,’ zei Lilja met een kop net gezette koffie in haar hand.
‘Er is toch koffiemelk,’ zei Rots terwijl hij een paar druppels in zijn kopje deed. ‘Nog maar een paar jaar geleden had niemand daar problemen mee…’ Hij werd onderbroken doordat zijn mobiel afging, haalde hem tevoorschijn en keek erop.
‘Moet je niet opnemen?’ vroeg Lilja.
Rots zuchtte en nam op. ‘Hoi schat. Ik zit in een vergadering… Wat? Nee, alweer?’ Hij zuchtte weer. ‘Maar Berit, ik heb het toch al zo vaak gezegd. Je kan niet zoveel wc-papier gebruiken. Dan…’ Berits stem was nu in de hele kamer te horen. ‘Jaja, oké, ik regel het en bel… Nee, niet nu meteen. Zo snel als ik kan. Schat, ik moet nu ophangen. Dag.’ Rots legde zijn mobieltje weg en spreidde zonder iets te zeggen zijn handen.
‘Zullen we beginnen?’ vroeg Tuvesson en ze zette de projector aan.
De uitwerking van de personages laat te wensen over. Je kunt je van hen een aardige voorstelling maken maar sommigen blijven toch erg oppervlakkig. Fabian Risk is de politieman die nogal eigengereid te werk gaat en zichzelf daardoor regelmatig tegenkomt. Een het-berouw-komt-na-de-zonde type dat niet van zijn fouten lijkt te leren en daardoor soms wat irritant overkomt. Er is met hem het een en ander gebeurd en het komt niet helemaal uit de verf wat dat precies is.
De vragen zijn er maar de antwoorden niet. Het geeft Zonder gezicht onevenwichtigheid. Sommige zaken en verhaallijnen worden te breed uitgesponnen en hadden best wat compacter mogen zijn en aan de andere kant worden vragen niet of zo beknopt beantwoord dat er een ongemakkelijke onduidelijkheid blijft bestaan.
De verschillende verhaallijnen worden kundig met elkaar verbonden hoewel er aan het einde nog wel een paar losse eindjes zijn. Misschien is Stefan Ahnhem ze vergeten of misschien worden ze in een vervolgthriller weer opgepakt; het zorgt er wel voor dat je met een onbevredigend gevoel achterblijft. Een gevoel dat nog versterkt wordt door een ontknoping, die hoewel verrassend niet kan imponeren. Het spektakel ontbreekt.
Zonder gezicht is een thriller die lekker leest en garant staat voor een aantal uren prima leesplezier maar waar ook de nodige opmerkingen over gemaakt kunnen worden.
Zweedse titel: Offer utan ansikte
Vertaling: Bart Kraamer
Uitgeverij: Ambo|Anthos - Amsterdam
ISBN: 978 90 414 2634 5