Bevroren tegoeden van Quentin Bates heb ik uit. Dit is beslist geen onaardige misdaadroman maar een hoogvlieger is het ook niet.
Ik ben begonnen met het boek Het lied van de dood van de Zuid-Afrikaanse schrijver Andrew Brown. Brown is advocaat en woont in Kaapstad. Het boek is uitgegeven door Karakter Uitgevers te Hoorn.
Op de achterflap van het boek staat het volgende.
Stellenbosch, tegenwoordige tijd. Het lichaam van een jonge blanke vrouw, Melanie du Preez, wordt drijvend in de rivier gevonden. Inspecteur Eberard Februarie, een gekleurde man die worstelt met demonen uit zijn eigen verleden, krijgt de zaak toegewezen. Tijdens het onderzoek belandt hij in een verborgen wereld die leidt naar het verrotte hart van de oude stad. Een wereld van decadentie, van seks en drugs, waarin blanken en zwarten zich aan elkaar verlustigen.
Stellenbosch, zeventiende eeuw. Martin van der Keesels talent voor de wijnbouw is even groot als de wreedheid waarmee hij de slaven behandelt die voor hem werken. Als hij zijn aandacht richt op de familie Boorman, en in het bijzonder op hun jonge dochter Sanna, zet dat gebeurtenissen in gang die niet alleen doordreunen in de vroege koloniale gemeenschap, maar waarvan drie eeuwen later de echo zelfs nog doorklinkt.
Met deze twee verweven verhaallijnen heeft Andrew Brown een fascinerende literaire thriller geschreven over vooroordelen, verraad, moed en verlossing. Het lied van dood is een intelligent, ijzingwekkend en meeslepend verhaal waarin Februarie snel moet handelen in een zaak die de maatschappelijke vooroordelen overstijgt om te voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen.