De jonge IJslandse student Valdemar vertrekt naar Kopenhagen om zich te verdiepen in een studie Oudijslandse literatuur. Hij komt in contact met een aan drank verslaafde professor die er zijn levenswerk van gemaakt heeft een oud manuscript dat in de tweede wereldoorlog werd gestolen terug te vinden en weer naar IJsland te brengen. De professor weet Valdemar over te halen zich bij hem aan te sluiten en al snel komen zij in een wereld terecht waar nou niet bepaald zachtzinnig met mensenlevens wordt omgegaan als het erop aan komt het manuscript in handen te krijgen.
Arnaldur Indriðason is met Het koningsboek een andere weg ingeslagen dan wij van hem gewend zijn. Inspecteur Erlendur en zijn assistenten ontbreken. Ook de hele sfeer zoals wij die kennen uit zijn andere boeken ontbreekt. Geen diepe beschouwingen van de hoofdpersoon, geen beeldende beschrijvingen van het IJslandse landschap, geen interessante wendingen en goed opgebouwde spanning.
Arnaldur Indriðason vertelt een verhaal over passie voor oude literatuur en de bezetenheid van enkelen om het erfgoed voor de bevolking van IJsland in stand te houden. Een dergelijk gegeven vergt van de lezer dezelfde interesse en passie. Als die ontbreekt, spreekt het verhaal veel minder aan. Toch laat Indriðason weer zien dat hij een heel erg goede verhalenverteller is. En dat maakt Het koningsboek de moeite van het lezen waard. Het verhaal boeit zonder dat het echt spannend wordt. Het is goed in elkaar gezet maar over het geheel genomen in het net iets minder dan de boeken met Erlendur in de hoofdrol.
***
IJslandse titel: Konungsbók
Vertaling: Marcel Otten
Uitgeverij: Querido – Amsterdam
ISBN: 978 90 214 3343 1
© Joop Liefaard