Je hebt na je studie economie voornamelijk zakelijk teksten geschreven en bent daarna overgestapt op korte verhalen. Je eerste boek Stem! is een thriller. Waarom ben je gaan schrijven en waarom een thriller?
In mijn eerdere functie -als medewerker pr en communicatie schreef- ik voor mijn werk veel zakelijke teksten, maar pas enkele jaren geleden ben ik begonnen met creatief schrijven. Het was mijn dochter die mij inspireerde: toen zij een jaar of 11 was, schreef ze bijna dagelijks verhalen. En goed ook! Ze wilde zelfs een boek schrijven. Ik moedigde haar aan, maar na 80 pagina’s gooide ze het document zonder pardon weg. Control-alt-delete. Doodzonde. Toen dacht ik, als ik het zo leuk en belangrijk vind, waarom ga ik het dan zelf niet doen? Het werd een thriller, omdat ik een boek wilde schrijven dat lezers niet kunnen wegleggen. Dat leek me makkelijker met een spannend verhaal. Aan de reacties van lezers te horen is dat gelukt! Bovendien past een thriller op dit moment beter bij mijn schrijfstijl: ik hanteer korte hoofdstukken, schrijf direct en met veel vaart.
Kun je iets vertellen over hoe je op het idee gekomen bent over talentenjachten te schrijven?
Ik zocht een onderwerp voor een kort verhaal en stuitte al surfend over internet op een filmpje op Youtube. Daar zag ik ene Zoe Alexander, die meedeed aan de Britse X-factor. Ze zong een nummer van Pink. Haar optreden zag er gelikt uit, maar ze had geen eigen geluid, geen eigen stem. Ze was feitelijk een kopie van Pink. Zelf was ze er echter van overtuigd dat ze een geweldige performance had neergezet. Toen de juryleden haar kritiek gaven, gebeurde er iets met haar: haar gezicht verstrakte, haar blik werd leeg en ze begon te vloeken. Vervolgens smeet ze haar microfoon op het podium en sloeg de camera’s weg. Op dat moment dacht ik, hier zit een hele wereld achter. Waarom is het zo belangrijk voor haar? Wat ging hieraan vooraf? Daarover gaat Stem!. De ondertitel is dan ook: 'als deelname aan een talentenjacht een obsessie wordt'.
De onderliggende boodschap van Stem! is een enigszins kritische kanttekening naar de maakbaarheid van succes en wat dat doet met kwetsbare mensen.
Je hebt voor Stem! heel veel research gedaan. Je leest regelmatig commentaren dat dit soort televisieprogramma's alleen maar wordt gemaakt ter meerdere eer en glorie van de juryleden waarbij het eigenlijke doel, het vinden van talent ondergesneeuwd raakt. En daarnaast ook dat dergelijke programma's leiden tot vervlakking. Een soort van brood en spelen van de 21ste eeuw waarbij normen en waarden in hoog tempo lijken te vervagen. Wat vind je van die kritiek?
Ik ben het daar wel mee eens. Ik houd ervan als mensen mooi kunnen zingen en dat is de reden dat ik wel eens naar een programma als The Voice kijk. Maar het commerciële circus eromheen dient natuurlijk maar één doel: geld verdienen. Daarom wordt er vrijwel niets aan het toeval overgelaten bij dit soort programma’s. Voor kandidaten die stevig in hun schoenen staan is het een mooi podium om bij een groot publiek in beeld te komen. Aan de andere kant is er ook sprake van vergankelijkheid. Het publiek is geen blijvende fan van jou, maar fan van het programma. Een volgend seizoen wordt een nieuw blik kandidaten opengetrokken en zijn ze jou vergeten. En voor kwetsbare deelnemers, die niet goed met afwijzing kunnen omgaan, is het maar de vraag of zij bestand zijn tegen de enorme druk.
De onderliggende boodschap van Stem! is daarom een enigszins kritische kanttekening naar de maakbaarheid van succes en wat dat doet met kwetsbare mensen.
De Engelse schrijver R.J. Ellory is van mening dat er steeds minder aandacht is voor lezen en dan vooral onder jongeren. Zij zien de noodzaak om een boek te pakken en het ook werkelijk te lezen niet meer. Deel jij de mening? En als jongeren al gestimuleerd moeten worden om meer te gaan lezen bij wie zou je die taak dan willen neerleggen? Bij de ouders? Bij de scholen?
Men zegt dat jongeren meer lezen dan voorheen, als je meetelt hoe vaak ze geschreven tekst tot zich nemen via smartphone en tablet. Ze krijgen veel meer informatie tot zich dan vroeger, maar wel vele malen vluchtiger. Natuurlijk vind ik dat als schrijver en lezer jammer, maar het is naïef om te denken dat het tij te keren is. Ik vind dat ouders in eerste instantie een voorbeeldfunctie hebben als het om lezen gaat. Praat ook over de boeken die je leest met je tieners. En scholen moeten meer dan vroeger laten zien dat lezen leuk is, bijvoorbeeld door het interactiever te maken, beelden af te wisselen met tekst, schrijvers uit te nodigen, etc.
In het thrillergenre bestaan veel subgenres. Van het bedaarde verhalen vertellen van Arnaldur Indriðason tot de actiethrillers van David Baldacci en van de filosofische overdenkingen en somberheid van Henning Mankell tot de gruwelijke verhaallijnenvan Corine Hartman. Al deze subgenres hebben een eigen publiek. Trek je een grens voor je zelf? Zijn er onderwerpen die in jouw boeken nooit zullen voorkomen?
Ik werk als manager bedrijfsvoering op het hoofdkantoor van een kinderopvangorganisatie. Zeker zolang ik hier werk ben ik extra voorzichtig als het gaat om kinderleed en zal ik de kinderopvang niet als setting voor een thriller gebruiken. Dat ligt gevoelig en voelt voor mij niet goed, ondanks het feit dat ik bij een zeer betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige organisatie werk.
Vind je dat het genre van het spannende boek genoeg gewaardeerd wordt in de literaire wereld? Connie Palmen sprak aan paar jaar geleden nogal badinerend over het thrillergenre.
Ik vind dat het genre niet altijd serieus wordt genomen. Het is jammer dat bepaalde kranten nauwelijks thrillers recenseren . Aan de andere kant moeten we als thrillerauteurs ook niet te veel piepen hierover. Tenslotte is het thrillergenre het meest verkochte genre, dus het lezend publiek spreekt zich daarmee voldoende uit, lijkt me.
Hoe ga je om met kritiek op je boeken en wat zou volgens jou de rol van een recensent moeten zijn?
Ik ben niet zo snel van mijn stuk te brengen en kan goed omgaan met kritiek. Bovendien verplaats ik me makkelijk in anderen, dus ik kan op zo’n moment ook nog begrijpen hoe een kritische recensent redeneert. Gelukkig heb ik vrijwel alleen maar positieve reacties gehad op Stem!, dus die ene kritische noot mag er zijn.
Een recensent moet in mijn ogen de rol van criticaster blijven vervullen, maar dat is iets anders dan een auteur helemaal de grond in boren. C’est le ton qui fait la musique.
Er is de laatste jaren veel te doen over het illegaal downloaden van muziek, films, software en nu ook digitale boeken. Veel digitale boeken worden op het internet via diverse websites illegaal aangeboden en schrijvers missen daardoor inkomsten. Zie je dit al een grote bedreiging voor de toekomst van het boek?
Ik ben zelf nog altijd liefhebber van het papieren boek. In dat opzicht ben ik blij dat ik nu debuteer, want ik wilde graag dat kaftje om mijn manuscript heen en ik heb geen idee hoe de wereld er over een aantal jaar uitziet op dat vlak. Bovendien, een e-book signeert wat lastig. Voor schrijvers die van hun werk moeten leven is het wrang dat zij inkomsten mislopen door illegale downloads. In de muziekwereld, waar dit al langer speelt, hebben artiesten andere verdienmodellen gevonden. Het vraagt inventiviteit van uitgevers en schrijvers om daar iets op te vinden.
Kun je iets vertellen over het volgende boek dat je gaat schrijven?
Ik kan daar in dit stadium nog niet veel over zeggen. Ik heb een verhaallijn en een aantal personages op papier staan, en enkele hoofdstukken geschreven, maar het plot moet zich eerst nog wat steviger vastzetten in mijn hoofd. Ik kom erop terug!