Kun je iets over jezelf vertellen?
Ik ben geboren in een klein dorpje in Friesland, verhuisde in mijn puberteit naar Leeuwarden, heb een paar jaar in Amsterdam doorgebracht en woon sinds 2011 in Noord-Brabant. Ik heb twee volwassen kinderen (een zoon van 24 en een dochter van 19. Die laatste woont nog thuis) een lieve vriend en drie ‘aanwaaikinderen’. Ik hou van rode wijn, thee en Mozart, begeef me niet graag in een grote groep mensen en ben nog altijd onzeker, bij bijna alles wat ik doe. Lezen en schrijven vind ik heerlijk, evenals koken (en eten!) en ik ben dol op de zee. Ik heb alle boeken van Stephen King en Leon de Winter, heb sinds 1999 reumatoïde artritis in mijn polsen en handen, neus graag in tweedehands winkels en geef veel te veel geld uit aan antieke kopjes, borden en ander keukenwaar. Ik ben enigszins neurotisch (dingen rechtzetten, schoonmaken, de manier van handdoeken opvouwen… bijvoorbeeld…), ben stiekem dol op de liedjes van André Hazes (mijn ‘guilty pleasure’), zing operaliedjes als ik alleen thuis ben en heb, tot groot verdriet, nog steeds geen Brabantse tongval. (Als ik dat probeer, zegt mijn kersverse Brabantse familie dat het Belgisch klinkt, of Limburgs…)
Ik eet iedere dag tomaten.
Waarom ben je gaan schrijven en waarom schreef je Memento Mori?
Ik schrijf al zolang ik me kan herinneren. Als kind schreef ik dagboekverhaaltjes. Niet over het leven dat ik toen had, maar ik beleefde de meest waanzinnige avonturen. Daarnaast knipte ik plaatjes uit tijdschriften, plakte deze in een map en verzon daar verhalen bij, een soort roddelblaadjes maakte ik ervan. Ook met mezelf in de hoofdrol. Het huwelijk tussen mijn ouders ging niet zo lekker. Ik denk dat het schrijven van die dagboekverhalen en maken van roddelblaadjes een poging was om te vluchten uit het leed dat mijn ouders veroorzaakten.
Later, in de puberteit schreef ik korte verhalen en gedichten. Mijn leraar Nederlands (ik bedank hem in mijn boek) spoorde mij aan om nog meer te gaan lezen. Na de les bespraken we dan de boeken die ik las. (‘Het verdriet van België’ van Hugo Claus, bijvoorbeeld.) Hij heeft mijn grote liefde voor lezen en schrijven aangewakkerd. Ik had hoge cijfers voor Nederlands, die hij dan oplas in de klas. Dan zat ik daar met het schaamrood op mijn kaken; heel de klas zat naar me te kijken. Ondertussen was ik best trots op de goede cijfers…
Memento Mori is ontstaan in 2007, enkele dagen na de dood van ex-advocaat Bram Zeegers. Hij overleed, volgens zeggen, onder invloed van drank en drugs in zijn bad. Ik vond het een intrigerende gebeurtenis en volgde de nieuwsberichten over zijn verdachte dood op de voet. Ik maakte notities van uitspraken die journalisten, politie en justitie deden, nam ieder journaal of actualiteitenprogramma op en knipte en plakte alles wat ik vond in kranten en tijdschriften over de zaak in een map. Voor mijn gevoel klopte er iets niet. Daarnaast zag ik er wel een spannend verhaal in. De eerste versie was binnen zes weken klaar. Soms tot diep in de nacht zat ik te typen, nog maar een keer naar het (opgenomen) nieuws te kijken en bladerde ik in mijn aantekeningen. Daarna ben ik veel research gaan doen (op internet, bij een volvogarage, veel info gezocht en gekregen over mdma en xtc, enkele keren door Amsterdam getoerd – zelfs op een scooter – enzovoort) en gaan schrappen en toevoegen totdat ik redelijk tevreden was.
Je hebt veel korte verhalen geschreven. Bestaat er een verschil tussen het schrijven van een kort verhaal en een lijvig boek?
Jazeker! Een kort verhaal moet snel pakken. Je moet veel informatie in een zo weinig mogelijk aantal woorden proppen, zonder een overdaad te creëren. Daarnaast hoeft het geen lange aanloop te hebben en schrijf ik redelijk vaak een half-open eind aan het verhaal, of ik geef het een dusdanige twist dat lezers ietwat verbijsterd achterblijven. In een boek kun je dat veel meer uitwerken, kun je de aanloop langer maken en dingen uitdiepen. Dat is heerlijk, maar aan de andere kant ook lastig: je wilt soms al veel te veel vertellen, dingen die misschien helemaal niet belangrijk zijn, of die als lezer als storend of saai worden ervaren. Dingen waarvan jij als schrijver vindt dat ze ter zake doen, kunnen in negen van de tien gevallen worden weggelaten.
Ik heb op het ‘overleden’ social mediaplatform Hyves veel kunnen oefenen: een verhaal van 200, 500 of 1000 woorden prikkelt enorm en leert je veel. Hoe korter het verhaal, hoe sneller je to-the-point moet komen. Schrijven is schrappen, of weglaten.
Je hoeft niet alles te vertellen. Je mag een lezer ook laten raden of zelf interpreteren.
Ik heb een handvol verhalen op de website ‘120 woorden’ geschreven. (De naam spreekt voor zich, neem ik aan.) Dat was best pittig. Daar hoef je niet aan te komen met inleiding. Daar moet je meteen – bam! – iets neerzetten, waardoor de lezer gepakt wordt of achterover slaat.
Ben je nooit bang geweest dat Memento Mori in bepaalde kringen zou kunnen leiden tot gefronste wenkbrauwen?
Nee. *schaterlacht*
Het is een verhaal, uit mijn duim gezogen, met wellicht behoorlijk veel herkenningspunten, dat geef ik toe. Maar er is geen moment geweest dat ik dacht: Dit moet ik misschien niet schrijven. Straks kan iemand feit en fictie niet onderscheiden en ben ik de klos. Ik ben gewoon flink aan de haal gegaan met de dingen die ik hoorde en las.
De Engelse schrijver R.J. Ellory is van mening dat er steeds minder aandacht is voor lezen en dan vooral onder jongeren. Zij zien de noodzaak om een boek te pakken en het ook werkelijk te lezen niet meer. Deel jij de mening? En als jongeren al gestimuleerd moeten worden om meer te gaan lezen bij wie zou je die taak dan willen neerleggen?
Met mijn eigen kinderen heb ik dat probleem in elk geval nooit gehad. Als ik ’s avonds bij ze ging kijken wanneer ik naar bed ging, trof ik ze slapend aan, meestal met een boek nog in hun hand.
Ik geloof best dat het lezen minder wordt onder jongeren, al denk ik niet dat het een doemscenario is. Er wordt nog steeds gelezen, al zal het anders lezen zijn dan ‘vroeger’. Het moet korter, sneller, er is amper tijd om te gaan zitten en dan een boek te gaan lezen. Mijn dochter leest tegenwoordig veel minder boeken van papier maar ze leest nog wel. Een
e-reader is een uitkomst. Zou het een taak van de ouders moeten zijn, school of de overheid? Ik denk dat die er genoeg aan doen. Het is een verandering waar we in mee moeten gaan. Het papieren boek is nog steeds niet verdwenen en ik denk dat dat ook nog wel een poosje gaat duren.
Vind je dat het genre van het spannende boek genoeg gewaardeerd wordt in literaire wereld? Connie Palmen sprak in een dronken bui nogal badinerend over misdaadromans.
Ja, dat denk ik wel. Als ik zie hoeveel boeken er te koop zijn, thrillers, misdaadromans, boeken a la John Le Carré, Robert Ludlum, Tom Clancy, Mo Hayder, Saskia Noort, Loes den Hollander en ga zo nog maar even door, en dat die nog steeds gretig over de toonbank gaan, dan zou ik zeggen: leg die opmerkingen maar lekker naast je neer. Erg vervelend, dat neerkijken op en afkraken van… hoewel ik de boeken van Connie Palmen prachtig vind.
Hoe ga je om met kritiek op je boeken en wat zou volgens jou de rol van een recensent moeten zijn?
Mijn eerste reactie toen ik MM na de redactieslag terugkreeg, was toch een beetje van: ‘Nou zeg. Niet zo gaan snijden in mijn kind.’ Toen ik het nogmaals overlas en bekeek, zag ik wel dat er inderdaad dingen niet klopten, of op zijn minst beter of net iets anders konden. Je kunt je eigen boek niet objectief bekijken, heb ik gemerkt. Dat moet je beslist aan anderen overlaten. En dan de voorstellen goed bekijken en meer dan vaak overnemen. Omdat het verhaal er beslist beter van wordt.
De rol van de recensent is van groot belang: hij (waar ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ staan)leest het en ventileert zijn mening erover. Het lijkt me best moeilijk: er is ook nog zoiets als voorkeur of persoonlijke smaak. Dat mag volgens mij niet de boventoon voeren als je een recensie schrijft. Daar kan hij een boek namelijk mee maken of breken. Volgens mij is iemand zoals jij erg belangrijk voor de promotie van een boek: als jij een mooie, goede, positieve recensie schrijft, dan kan dat gunstig zijn voor de verkoop van het boek. En andersom natuurlijk ook!
Je bent naast schrijfster ook redactrice. Gaan deze twee samen? Bijten ze elkaar of voeden ze elkaar?
Volgens mij ben ik twee persoonlijkheden als ik schrijf of redigeer. Die twee lijken in de verste verte niet op elkaar. Wat ik wel heb gemerkt is dat ik door het redigeren – en door tips en trucs van Theo (van Rijn, eigenaar van uitgeverij LetterRijn) veel heb geleerd en daardoor anders ben gaan lezen en schrijven. Ze bijten elkaar dus niet, maar in mijn geval gaan ze ook niet altijd hand in hand.
Er is de laatste jaren veel te doen over het illegaal downloaden van muziek, films, software en nu ook e-boeken. Veel e-boeken worden op het internet via diverse websites illegaal aangeboden en de schrijver mist daardoor inkomsten. Zie je dit als een grote bedreiging voor schrijvers en de toekomst van het boek?
Misschien is dat op dit moment zo, maar er komt vast een tijd dat ook daar weer iets op wordt uitgevonden. Een soort Spotify, maar dan voor boeken bijvoorbeeld. Dat het loont om er een klein bedrag voor te betalen.
Toen ik enkele maanden geleden een boek van Stephen King kocht (papier) zat daar een code achterop om een ander boek van hem voor je e-reader te downloaden. Dat vond ik fantastisch! De papieren versie had ik al, maar dit was toch een leuk cadeautje!
Kun je iets vertellen over het volgende boek dat je gaat schrijven?
Hmmm… Eerlijk gezegd ben ik daar nog niet helemaal over uit. Ik wil al heel lang wat van mijn ‘verhalen voor tegen het slapengaan’ bundelen. Misschien ga ik dat nu toch maar eens doen. Ik denk er ook over om een van die verhalen – ik zeg nog niet welke – uit te werken tot een volwaardig boek. Dat verhaal is daar uitermate geschikt voor en steeds wanneer ik dat verhaal zie of lees, jeuken mijn handen om ermee verder te gaan. In 2015 maar eens aan gaan beginnen; dan is alles weer wat rustiger; er speelt iets op persoonlijk vlak en ik zit op dit moment midden in een verhuizing en dat slokt al mijn tijd en energie op. Komt vast wel goed, ik kan het toch niet laten: ik schrijf iedere dag. Kleine stukjes tekst, quotes, dingen die ik beslist wil onthouden om later wellicht te gaan gebruiken.
Een schrijver schrijft, zei mijn held Stephen King ooit. Iedere dag.
Of zoals ik zelf ooit zei: Een dag niet geschreven, is een dag niet geleefd.
Jolka, een openhartig interview