Leonore Talmeier, een transseksuele advocate, wordt op gruwelijke wijze in haar appartement vermoord. Hoofdinspecteur Georg Stadler die het onderzoek leidt is onder de indruk van het uiterst brute en bloederige karakter van de misdaad en ontdekt overeenkomsten met een eerdere moord. Voor die moord zit echter al een verdachte in de cel. Hij roept de hulp in van Liz Montario, een gerespecteerde psychologe die gespecialiseerd is in seriemoordenaars en beslissende bijdragen heeft geleverd aan de oplossing van een aantal moorden. Aarzelend stemt ze toe. De aarzeling komt voort uit het feit dat zij wordt bedreigt door iemand die heel veel over haar verleden weet.
Karen Sander (1966) is het pseudoniem voor de Duitse misdaadauteur Sabine Klewe. Zij promoveerde op een proefschrift over de Schotse schrijfster Val McDermid, doceerde aan de Heinrich Heine Universiteit in Düsseldorf en was werkzaam als vertaalster. Onder het pseudoniem Sabine Martin schreef ze een aantal historische misdaadromans en in 2013 debuteerde ze als Karen Sander met de thriller De vrouwenhater (Schwesterlein, komm stirb mit mir).
De buurt stond bekend als chic, de huizen zagen er deftig uit, de limousines op de oprijlanen waren zwart en duur, maar de dood was hier even lelijk als overal. Misschien nog wel lelijker. Georg Stadler parkeerde zijn dienstauto dubbel en liep naar de ingang van nummer veertien. Al in het trappenhuis sloeg de dierlijke stank hem in het gezicht. Het was niet de kenmerkende, zoetmetalige lucht van bloed, maar iets anders, iets volstrekt weerzinwekkends. Helse dampen. Stadler zette zich inwendig schrap tegen het schouwspel dat hem te wachten stond, voor hij over de drempel stapte en de woning binnenging.
Linda Franke van de technische recherche zag hem het eerst.
‘Ik hoop dat je een sterke maag hebt’, zei ze bij wijze van groet. Ze zag witter dan anders, haar wangen hadden bijna dezelfde tint als haar witblonde paardenstaart. ‘Het ziet er niet best uit, daarbinnen.’
‘Als jij het zegt.’ Stadler viste een beschermende overall uit een doos en trok hem aan.
‘Geloof me maar’, zei Linda. ‘Olli heeft al gekotst en een van de agenten moest zelfs door de ambulancedokter worden behandeld.’
‘Was het zo erg?’
Linda probeerde te glimlachen, wat jammerlijk mislukte. Gewoonlijk flirtte ze schaamteloos met hem en hij had al vaak met de gedachte gespeeld om op haar avances in te gaan. Hij had echter een ijzeren stelregel: begin nooit iets met collega’s. Die regel had hij één keer overtreden en het resultaat was rampzalig geweest. Daarom zag hij liever af van een tweede poging… hoe de knappe Linda ook naar hem lonkte. Bovendien was ze een stuk jonger dan de vrouwen die hij anders versierde.
Hij zuchtte. ‘Wat hebben we?’
Linda vatte zijn zuchten duidelijk verkeerd op en keek hem medelevend aan. ‘Een lijk, vrouwelijk. Waarschijnlijk de eigenares van de woning. Ze ligt in de woonkamer. Behoorlijk toegetakeld.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Je zou haast denken dat Jack the Ripper uit de dood is opgestaan.’
Stadler trok zijn wenkbrauwen op. ‘Jack the Ripper?’
‘Kijk zelf maar.’
Hij schoof langs haar heen de woonkamer binnen. De hevige stank benam hem de adem. Hij dwong zichzelf er niet op te letten en de plaats delict in zich op te nemen. Eerst zag hij alleen de tegenoverliggende muur. Die was wit geverfd en er stond een wit gelakte piano voor. Beide waren bezaaid met bruinrode vlekken, die in een waaierpatroon over de witte achtergrond verspreid waren. Ook het plafond was bruinrood bespat, evenals de boekenkast voor de aangrenzende muur.
Het gegeven van het verhaal is origineel en de feitelijke misdaden worden heel gedetaillerd en grafisch uitgewerkt. Een sterke maag is vereist. Karen Sander heeft een vloeiende schrijfstijl die in combinatie met de veel korte hoofdstukken het verhaal snelheid geeft en de leeservaring aangenaam maakt. De personages zijn goed uitgewerkt hoewel ook wel een beetje cliche-achtig. De macho politieman en de psychologe die door eigen traumatische ervaringen voor dit beroep heeft gekozen zijn niet nieuw in de misdaadliteratuur. De bijrollen in het verhaal overtuigen.
Wat afbreuk doet aan de kwaliteit van deze thriller is de voorspelbaarheid. De Duitse titel (Schwesterlein, komm stirb mit mir) geeft veel te veel weg. Gelukkig heeft de Nederlandse uitgever voor een titel gekozen die de lading goed dekt maar geen spoilers bevat. Daarnaast is het halverwege het boek al duidelijk wie de dader is en die wetenschap komt in de vorm van een bijna achteloze mededeling in plaats van een plotwending die je vol raakt. De spanning is goed opgebouwd maar dan in de vorm van gewekte nieuwsgierigheid die je dwingt door te lezen.
De vrouwenhater is een goede en onderhoudende thriller waarin een sympathiek speurders duo met een goede chemie wordt geïntroduceerd. Een belofte voor de toekomst.
Duitse titel: Schwesterlein, komm strib mit mir
Vertaling: Ans van der Graaff en David Orthel
Uitgeverij: Manteau – Antwerpen
ISBN: 978 90 223 3030 2
© 2015 Joop Liefaard