Open grafWorldCat•LibraryThing•Google Books•BookFinder Viroloog professor Bertram von Ohler wint de Nobelprijs voor Geneeskunde en niet iedereen is daar even gelukkig mee. De vierentachtigjarige von Ohler woont met zijn huishoudster Agnes in een statig huis in Uppsala en zijn gedrag verandert nadat hem het nieuws over de prijs heeft bereikt. Hij weet zichzelf niet zo goed een houding te geven en denkt aanvankelijk dat zijn collega’s een grap met hem willen uithalen. De toekenning van de prijs valt slecht bij zijn vakgenoten waaronder zijn buurman, docent Gregor Johansson die van mening is dat de professor teveel eer toekomt maar ook bij zijn huisgenoten is de nodige irritatie en verbazing te bespeuren. Dan wordt er een steen door een van de ruiten van het huis van von Ohler gegooid en staat er op een ochtend een stok met daarop een doodshoofd gespietst naast zijn brievenbus. Als er in de krant artikelen verschijnen met de bedoeling de naam van Betram von Ohler te besmeuren, schakelt hij de politie in. Inspecteur Ann Lindell en haar partner Sammy Nilsson beginnen met het onderzoek, dat zij aanvankelijk als onbelangrijk beschouwen. Waarom wordt er een hetze tegen de professor gevoerd en waarom heeft de tuinman die in het huis naast dat van de professor aan het werk is zoveel belangstelling voor hem? En welke rol speelt Agnes in het leven van de professor en zijn familie? Niet bepaald opwindende vragen voor politiemensen die zich met ingewikkelde moordzaken hebben beziggehouden.
Het bericht kwam laat in de ochtend. Bertram von Ohler was net weer thuis van een korte wandeling en bereidde zich voor op het eten van een pastasalade die Agnes de dag ervoor had klaargemaakt, toen de telefoon ging. Het was professor Skarp van het Karolinska Instituut.
Von Ohler had hem slechts een paar keer vluchtig ontmoet. Daarom verbaasde het hem dat Skarp, nadat hij zich had voorgesteld, begon met het woord ‘amice’, alsof ze lid waren van dezelfde broederschap of hetzelfde genootschap, wat von Ohler betwijfelde.
‘Amice, ik heb de grote eer en het genoegen mede te delen dat de Nobelprijs voor Geneeskunde dit jaar is toegekend aan emeritus professor Bertram von Ohler.’
‘Wat leuk voor hem’, was het enige wat von Ohler wist uit te brengen, niet in staat deze eenvoudige feiten samen te stellen tot een begrijpelijke zin.
‘Pardon?’ zei Skarp.
Bertram von Ohler, dat ben ík, schoot het als een projectiel door zijn hoofd.
‘Pardon?’ zei hij op zijn beurt, als een echo.
Professor Skarp liet het woord ‘amice’ weg, maar herhaalde de zin verder woordelijk. Toen hij deze keer geen andere respons kreeg dan een paar diepe zuchten, voegde hij er iets aan toe over dat hij begreep dat het groot nieuws was – zij het niet onverwachts, dan toch wel moeilijk onmiddellijk te bevatten.
‘Professor von Ohler, beste collega … gaat het een beetje?’
‘Ja, dank u. Prima. En ik zou nog wel net aan de pasta gaan.’
‘Dat zou dan eigenlijk iets feestelijkers moeten worden’, zei Skarp met een opgelucht lachje.
‘Ik moet onmiddellijk mijn kinderen bellen. Ik kom er graag op terug.’
‘Vanzelfsprekend. Amice kan ongetwijfeld een stroom aan telefoontjes en bezoek verwachten, dus het is wellicht raadzaam de naaste familie als eerste in te lichten.’
Alsof er iemand is overleden, dacht von Ohler.
‘Wil amice de motivering niet horen?’
‘Nee, bedankt. Ik denk dat ik het wel begrijp. Als u mij nu wilt excuseren.’
Open graf is het achtste boek van de Zweedse schrijver Kjell Eriksson in een serie met inspecteur Ann Lindell in de hoofdrol. In 2002 ontving hij de prijs voor de Bästa svenska kriminalroman (beste Zweedse misdaadroman) van de Svenska Deckarakademin. Kjell Eriksson besteed heel veel zorg aan stijl en opbouw van het verhaal. Vooral dat eerste valt meteen op als je met het boek begint. In prachtige zinnen en woordcombinaties schildert hij de taferelen uit het verhaal, transformeert hij personages tot levensechte mensen, trakteert hij op diepzinnige overpeinzingen over de menselijke natuur en geeft hij inzicht in de enorme animositeit en afgunst die bestaat in de wetenschappelijke wereld en tussen wetenschappers onderling. Voeg hier nog wat droge humor aan toe en Open graf wordt een heerlijke leeservaring.
De opbouw van het verhaal is zorgvuldig. Kjell Eriksson neemt uitgebreid te tijd om het verhaal te ontwikkelen en het maakt dan ook een evenwichtige indruk. Zeker als het gaat om de ontwikkeling van de personages en hun onderlinge relaties. Het begin van het boek komt eerder over als een familiekroniek dan als een misdaadroman. Een kroniek over de familie von Ohler en de dienstbodes Anna, Greta en Agnes, over een feodale maatschappijvisie, over macht en het ondergeschikt zijn daaraan. Het wordt pas vele bladzijden verder een misdaadroman als duidelijk begint te worden waarom zoveel mensen het bloed van de professor wel kunnen drinken en dan treedt inspecteur Ann Lindell prominent op de voorgrond. Niet in de eerste plaats vanwege haar deskundig speurwerk, dat zit wel goed maar meer door de confrontatie met haar grote en verloren liefde Edvard, met als complicerende factor dat er ongemerkt en terloops een verband gaat ontstaan met de familie von Ohler en de geheimzinnige tuinman. Verwacht van het verhaal geen spanning, die is maar mondjesmaat aanwezig. De kracht van Open graf zit vooral in de schoonheid van het taalgebruik en de minutieuze opbouw van het plot en minder in de spanning. Als roman is dit boek zeer geslaagd als misdaadroman is het wat minder maar nog steeds de moeite waard.
***
Zweedse titel: Öppen grav
Vertaling: Tineke Jorissen-Wedzinga
Uitgeverij: De Geus – Breda
ISBN: 978 90 445 2290 7
© 2013 Joop Liefaard