In een bos in de buurt van Stockholm wordt het stoffelijke overschot van een vrouw gevonden. Het hoofd en de handen ontbreken. Aan de navelpiercing herkent inspecteur Alex Recht de vrouw. Het is Rebecca Trolle, een studente die twee jaar geleden het ouderlijk huis verliet en nooit terugkeerde. Alex Recht en zijn team hebben de verdwijning nooit kunnen oplossen en dat knaagt nog steeds. Al vrij snel na de ontdekking van het lichaam van Rebecca wordt er in hetzelfde graf nog een stoffelijk overschot gevonden. Het is van een man die al veel eerder dan Rebecca om het leven moet zijn gebracht. Alex Recht, Fredrika Bergman en Peder Rydh onderzoeken de gruwelijk vondsten en ontdekken een verband tussen de twee slachtoffers en de beroemde schrijfster van kinderboeken Thea Aldrin. Zij woont in een bejaardentehuis en heeft sinds de veroordeling voor de moord op haar man niet meer gesproken. Ook ontdekken Alex Recht en zijn team een verband met de Engelbewaarders, een groep van vier mensen die een filmclub vormden. Maar achter de façade van de filmclub gaat een gruwelijk geheim schuil.
‘Rebecca Trolle,’ zei Alex Recht.
‘Hoe kun je dat weten?’ vroeg Torbjörn Ross.
‘Omdat ik het rechercheteam heb geleid toen ze verdween, nu bijna twee jaar geleden.’
‘En jullie hebben haar nooit gevonden?’
Alex staarde zijn collega aan.
‘Blijkbaar niet.’
‘Haar handen en hoofd ontbreken en het lichaam is zwaar toegetakeld. De identificatie zal moeilijk worden, maar als we vergelijkingsmateriaal hebben, is het met DNA-onderzoek eenvoudig op te lossen.’
‘Dat materiaal hebben we. Maar je kunt de officiële identificatie als een formaliteit beschouwen, ik weet dat de vrouw die jullie gevonden hebben Rebecca is.’
Alex kende die blik in de ogen van zijn collega, het afgelopen halfjaar had hij ontelbaar vaak zulke blikken gezien. Vragende ogen die deden alsof ze medelijden uitstraalden, maar waarin slechts plaats was voor twijfel.
Redt hij het? schenen ze zich af te vragen. Blijft hij overeind nu zijn vrouw is overleden?
Margareta Berlin, hoofd Personeelszaken, was een bevrijdende uitzondering geweest.
‘Ik vertrouw erop dat je me een teken geeft als ik moet ingrijpen,’ had ze gezegd. ‘Aarzel niet me om hulp te vragen. En twijfel er niet aan of ik achter je sta. Want dat doe ik. Honderd procent.’
Toen, voor het eerst, had Alex zijn dekking laten zakken en verlof gevraagd.
‘Geen ziekteverlof? Dat kan ik best voor je regelen.’
‘Nee, gewoon verlof. Ik ga op reis.’
Naar Bagdad, had hij eraan kunnen toevoegen, maar dat zou zo hardop iets te spectaculair hebben geklonken.
Alex keek naar de navelpiercing in zijn hand.
‘Die heeft ze van haar moeder gekregen als cadeau voor haar eindexamen. Daarom weet ik dat zij het is.’
‘Wel een vreemd cadeau.’
‘Daarnaast heeft ze ook nog vijfentwintigduizend kroon gekregen, als start-kapitaal voor haar studie. Rebecca was de eerste in de familie die doorstudeerde en haar moeder was enorm trots op haar.’
De schrijfstijl van Kristina Ohlsson is mooi, verzorgd en rijk aan beelden . “Over Alex’ gezicht gleed een glimlach die in zijn rimpels verdwaalde en weer verdween”. Dit is een van de vele mooie zinnen die Kristina Ohlsson aan het papier toevertrouwde toen zij Engelbewaarders schreef en dat leest toch heel anders dan “Alex glimlachte even”. In de context geplaatst creëert een dergelijk taalgebruik sfeer en een treffend beeld van een gekwelde man. In het woord van dank aan het einde van het boek schrijft Kristina Ohlsson: “Ik heb absoluut geen gebrek aan fantasie. Aan geduld echter, ontbreekt het me vaak. Bijna altijd, eigenlijk. Tijdens het schrijven van Engelbewaarders heb ik met grote voldoening geconstateerd dat ik op sommige punten beter ben geworden. Plotseling was ik minder onzeker en het verhaal schreef zich bijna zelf.” Zelfkennis genoeg want er zit inderdaad een goede progressie in haar boeken. In haar debuutthriller Ongewenst was haar talent zichtbaar maar ze benutte het niet volledig, haar tweede thriller Verzwegen maakte al een volwassener indruk en de progressie heeft zich in Engelbewaarders voortgezet. De opzet en uitwerking van het verhaal, de met diepgang beschreven personages, de opbouw van de spanning, beeldende sfeertekeningen, de melancholieke Scandinavische overpeinzingen, het ziet er in deze thriller heel erg goed en verzorgd uit waardoor het lezen van dit boek uiterst plezierig is.
Het verhaal is redelijk ingewikkeld omdat het verschillende verhaallijnen kent en er veel gebeurt. Het politieonderzoek wordt gedetailleerd beschreven en resultaten van minutieus onderzoek grondig geanalyseerd waardoor er veel informatie op de lezer afkomt. Aan de complexiteit wordt ook nog bijgedragen door de privé-beslommeringen van de hoofdrolspelers. Alle drie worden op een bepaald moment persoonlijk bij de gebeurtenissen betrokken waardoor distantie moeilijk wordt en dat leidt ertoe dat het onderzoek dreigt te ontsporen. Hier laat Kristina Ohlsson haar deskundigheid zien. Zij voert als een creatief en kundig dirigent een perfecte regie over al deze verhaallijnen en informatiestromen. Je verliest geen moment het overzicht. Aan het einde wordt alles heel kundig in elkaar geweven in een overtuigende ontknoping. Je slaat het boek met een goed gevoel dicht.
Engelbewaarders is een knap geschreven thriller waarin Kristina Ohlsson laat zien dat zij een begaafd schrijfster is die terecht een belangrijke plaats inneemt in de wereld van de Scandinavische misdaadliteratuur.
****
Zweedse titel: Änglavakter
Vertaling: Ron Bezemer
Uitgeverij: The House of Books – Vianen
ISBN: 978 90 443 3578 1
© 2013 Joop Liefaard
Meer berichten over Kristina Ohlsson.
Sara Sebastiansson is met haar dochtertje Lilian met de trein onderweg naar Stockholm. De trein maakt vanwege een technische storing een tussenstop en Sara maakt van de gelegenheid gebruik om op het perron een telefoontje te beantwoorden. Als de trein zonder haar vertrekt licht zij het personeel in dat haar belooft op haar dochtertje te zullen passen. Als zij per taxi in Stockholm aankomt en Lilian uit de trein wil halen, is het meisje verdwenen.
In een appartement in Stockholm worden de stoffelijke overschotten gevonden van het domineesechtpaar Jacob en Marja Ahlbin. Het rechercheteam van Alex Recht gaat er in eerste instantie vanuit dat Jacob zijn vrouw om het leven heeft gebracht en daarna de hand aan zichzelf heeft geslagen. Dit lijkt logisch omdat Jacob een lange ziektegeschiedenis had van soms ernstige depressies en daarnaast een paar dagen voor de vermeende zelfmoord vernam dat zijn dochter Karolina door een overdosis heroine om het leven was gekomen.