In een week tijd worden hoofdinspecteur Evert Bäckström en zijn team geconfronteerd met drie zaken die hun onverdeelde aandacht opeisen. De oude mevrouw Linderoth wordt beschuldigd van dierenmishandeling en de enige getuige wordt zo ernstig bedreigd dat zij haar verdere medewerking aan het onderzoek staakt. Verder raken twee rugridders, zoals Bächström de twee mannen noemt, met elkaar in gevecht en verwondt de ene de andere met een kunstcatalogus. En als laatste wordt advocaat Thomas Eriksson dood in zijn huis aangetroffen, doodgeslagen met een stomp voorwerp. Vooral de moord op de advocaat stemt Bäckström tot grote tevredenheid maar alles bij elkaar zijn de drie gebeurtenissen zeer onwelkom omdat zij de dagelijkse routine van de hoofdinspecteur in ernstige mate verstoren. Hij houdt iedere ochtend een teambespreking om de voortgang van het onderzoek met zijn medewerkers te bespreken. Daarna trekt hij zich meestal terug voor een hapje, een drankje en een middagslaapje. Die medewerkers beschouwt hij als een stelletje incompetente randdebielen met uitzondering van Jenny Rogersson die altijd een strak topje draagt wat voor de nodige onrust in Bäckströms supersalami zorgt. De ad-interiminspecteur is ervan overtuigd dat er een verband tussen de drie zaken bestaat. Of zij gelijk heeft kan niet meteen worden vastgesteld maar het ziet er wel naar uit dat de moord op de advocaat te maken heeft met een mislukte kunsttransactie waarvan de gevolgen reiken tot in kringen aan het Zweedse hof. En de provenance van sommige kunstwerken bevat de namen van beroemdheden als de laatste Russische keizer Nicolaas II en de Britse leider in oorlogstijd Winston Churchill. Zelfs Pinokkio speelt een belangrijke rol.
Tien minuten later bleven ze staan voor een grote, glanzende witstenen villa in de functionalistische stijl uit de jaren vijftig, met een stukje grond aan het water, een boothuis en een steiger aan het Mälarmeer, die zijn eigenaar ongetwijfeld meer had gekost dan wat
een gewone agent gedurende zijn hele leven bij elkaar sprokkelde.
Geen slechte plaats delict. Wat die rotzak in deze tijd ook met zo’n huis moest, dacht Bäckström. Verder zag het eruit zoals het eruit hoorde te zien. Het blauw-witte afzetlint dat zowel het perceel als een flink stuk van de straat aan beide kanten van het huis afschermde. Twee surveillancewagens en een politie-busje en in elk geval drie auto’s van de recherche, veel te veel werkeloze collega’s die daar maar een beetje rondhingen met de anderen die zich er
al verzameld hadden. Een paar journalisten met bijbehorende fotografen en ten minste één cameraman van een van de televisiezenders, een tiental lokale nieuwsgierige aagjes, die aanzienlijk beter gekleed waren dan ze plegen te zijn en opvallend veel van hen hadden één of meerdere honden bij zich van verschillende grootte.
Maar de uitdrukking in hun ogen was dezelfde. Ergens een beetje angstig, maar vooral gevuld van de verwachting en de hoop die gevoed werden door de gedachte dat nu het ergste was gebeurd het in elk geval hen niet had getroffen. Wat betekenen alle dagen eigenlijk afgezet tegen een heel leven, behalve die ene, dacht Bäckström. Een heel leven met die
ene dag die de beste van je leven was. Daarna was hij uit de auto gestapt, had geknikt naar zijn puisterige chauffeur en zijn even puisterige kompaan, en even met zijn hoofd geschud naar de gieren van de media, terwijl hij naar de buitendeur liep van het huis dat nog maar een paar uur geleden het huis van zijn laatste moordslachtoffer was geweest. Niet de eerste wandeling in zijn leven met dit doel, zeker ook niet de laatste, maar deze keer deed hij het graag en als hij alleen was geweest zou hij de treden naar het huis van het slachtoffer op gedanst zijn.
Leif G.W. Persson is hoogleraar criminologie en een beroemde bestsellerauteur in Zweden. Zijn boeken zijn in meer dan twintig landen vertaald en Persson mocht reeds vele prestigieuze prijzen in ontvangst nemen. Je verwacht met deze kennis in het achterhoofd dat Het ware verhaal achter Pinokkio's neus opnieuw een topper zal zijn maar het tegenovergestelde is het geval. De schrijfstijl van Leif Persson is prima. In luchtige en bloemrijke zinnen schildert hij een aanvankelijk aangenaam verhaal dat doorspekt is met veel humor maar al snel verandert dat aangename gevoel. Om op bijna iedere bladzijde te moeten lezen dat Evert Bachström een verkoelende zomergrog voor zichzelf klaarmaakt, een verkwikkende maaltijd tot zich neemt of de supersalami in actie laat komen, terwijl zijn onnozele medewerkers het eigenlijke werk doen, is eerst aanleiding voor een glimlach maar wordt later afgezaagd en aan het einde van het boek uitermate irritant. Want dat is wat er gebeurt. Bäckström lijkt in het begin een beminnelijke man die de kantjes er een beetje van afloopt maar als je hem beter leert kennen, ontpopt zich een seksistisch, corrupte en zelfingenomen alcoholist die zich zeer laatdunkend en denigrerend over anderen uitlaat. Dit ergert vooral ook omdat het boek aan de dikke kant is en er aan al die misplaatste zelfverheerlijking geen eind lijkt te komen. De grap uit het begin wordt in het midden afgezaagd en aan het einde tenenkrommend banaal.
Een thriller moet gaan over het oplossen van een misdaad en daarbij dermate goed en spannend geschreven zijn dat de lezer tot het einde toe de adem inhoudt en in het ongewisse over de afloop blijft. Met uitzondering van de spanning is dat in Het ware verhaal achter Pinokkio's neus ook wel aanwezig maar het is tot bijzaak geworden omdat de soms onuitstaanbare Bäckström alle aandacht opeist en de plot naar de achtergrond verdwijnt. Aan de eerder genoemde spanning, essentieel voor een goede thriller, ontbreekt het in het hele verhaal, dat op onderdelen veel te lang uitgesponnen wordt. Er is geen goed opgebouwde spanningsboog, laat staan een enerverende ontknoping. En dat is voor een thriller dodelijk.
Het ware verhaal achter Pinokkio's neus is een zeer middelmatige thriller zonder enige spanning en met een uitermate irritante hoofdpersoon. Als satire zou je het boek misschien geslaagd kunnen noemen, als thriller is het mislukt.
**
Zweedse titel: Den sanna historien om Pinocchios näsa
Vertaling: Bart Kraamer
Uitgeverij: Prometheus - Amsterdam
ISBN: 978 90 446 2700 8
© 2014 Joop Liefaard
Deze recensie verscheen eerder bij Hebban/Crimezone.