Villa TristeWorldCat•LibraryThing•Google Books•BookFinder Caterina en Isabella Cammaccio wonen aan het einde van de tweede wereld oorlog in Florence. Caterina werkt als verpleegster in het plaatselijke ziekenhuis en bereidt zich voor op haar huwelijk met Lodovico. Isabella studeert. Vader Cammacio is hoogleraar aan de universiteit en haat in stilte de fascisten. Moeder Cammacio heeft een zwakke gezondheid en maakt zich ontzettend veel zorgen over haar zoon Enrico die in het Italiaanse leger actief is. Ondanks de oorlog leeft het gezin in redelijke rust en gelukkig. Dan sluit Mussolini een verbond met de Duitsers en verslechtert de situatie in Florence snel en dramatisch. Isabella sluit zich aan bij de partizanen en Caterina draagt af en toe ook haar steentje bij aan het verzet. Op een dag vindt er een gruwelijke gebeurtenis plaats die ingrijpende gevolgen heeft voor het gezin Cammaccio.
Pallioti wendde zich af van de donkere, geëtste figuren, hun grijnzende gezichten en hun wapperende hemdsslippen. Hij had pornografie, hoe oud ook, nooit prikkelend gevonden. Hij zuchtte. Seksuele voorkeuren waren iemands eigen zaak, wat volwassenen met wederzijdse instemming deden was privé en moest ongeschonden blijven. Maar als politieman wist hij hoe vaak en hoe makkelijk het woord ‘instemming’ kon worden verdraaid ten behoeve van de ene, en niet de andere partij. Hij wist niet wat hij gehoopt had hier te vinden, maar dit in elk geval niet. Een onderscheiden partizanenpornohandelaar. Dit verhaal ging de verkeerde kant op.
‘Oké,’ zei hij, ‘laten we…’ Maar voor Pallioti zijn zin kon afmaken, vloekte de patholoog-anatoom in de gang.
De twee mannen gingen naar haar toe en zagen haar op haar hurken zitten. Ze had het lijk omgerold en dat lag met het gezicht omhoog naast haar.
‘Dottoressa?’ Enzo was als eerste bij haar.
De patholoog-anatoom keek hoofdschuddend op.
‘Zoiets heb ik nog nooit gezien.’
Toen Pallioti achter hen stond, keek hij omlaag en zag het gezicht van de oude man. Zijn wangen, die duidelijk mager en normaal gesproken ingevallen waren, stonden nu bol, waardoor hij eruitzag als een stripfiguur op een verjaardagsfeestje, met een mondvol taart. De ogen van de man staarden paniekerig door zijn scheefstaande bril. Een van de glazen was gebarsten. Zijn lippen waren bedekt met een korst van iets wittigs wat ook langs zijn kin en op zijn schriele hals was gemorst.
‘Het lijkt wel of iemand zijn mond heeft volgepropt met…’ Weer schudde de patholoog-anatoom haar hoofd. ‘Ik weet niet… heroïne? Cocaïne?’
Enzo knielde neer en raakte de kin van de bejaarde man aan. Hij rook aan zijn vinger, en voor Pallioti of de dokter hem konden tegenhouden, likte hij er met het puntje van zijn tong aan.
‘Geen coke.’
Omhoogkijkend likte hij nogmaals, waarbij het roze puntje van zijn tong snel heen en weer ging.
‘Zout,’ zei Enzo Saenz. ‘Degene die hem heeft vermoord, heeft zijn mond volgepropt met zout.’
Zestig jaar later wordt de zeer bejaarde Giovanni Trantemento door een schot in het achterhoofd vermoord. Opvallend is dat de mond van het slachtoffer is gevuld met zout. Inspecteur Alessandro Pallioti onderzoekt samen met zijn collega Enzo Saenz de moord en ontdekt dat Trantemento een gedecoreerde partizaan was, een held van het Italiaanse volk. Tussen zijn spullen vindt Pallioti een dagboekje dat aan het einde van de tweede wereldoorlog is geschreven. Als in het zuiden van Italië een tweede partizaan wordt vermoord, begint Paliotti een verband te zien met gebeurtenissen uit de oorlogstijd.
Villa Triste een fictief verhaal maar gebaseerd op historische gebeurtenissen die aan het einde van de tweede wereldoorlog in Italië hebben plaatsgevonden. Er zijn twee verhaallijnen. De ene speelt zich af in het Florence van 1943/1944 en de andere in het huidige Florence. De twee verhaallijnen, die apart borg zouden kunnen staan voor twee mooie boeken, vloeien aan het einde fraai met elkaar samen. De schrijfstijl van Lucretia Grindle is heel mooi, vloeiend en bewogen. Het verhaal is met zorg en gevoel in elkaar gezet en de personages komen levensecht over. Inspecteur Pallioti, de vijftiger die zichzelf graag verwent met een glaasje grappa en zijn collega Enzo Seanz met zijn paardenstraatje, leren jack en zijn onuitputtelijke netwerk van informanten worden echte mensen die naast je zouden kunnen zitten op een zonovergoten terrasje in Florence. De sfeertekening van zowel het Florence zoals het nu is en zoals het was tijdens de tweede wereld oorlog is beeldend en overtuigend. Grindle heeft veel aandacht besteed aan wat er zich tijdens de oorlog in Italië heeft afgespeeld. Het is een stuk uit de geschiedenis dat gekenmerkt wordt door een onafzienbare rij van gruwelijkheden zoals die door de nazi’s en de collaborerende fascisten werden gepleegd en het verzet van een groot aantal partizanen daartegen. Partizanen werden tijdens de tweede wereldoorlog door de nazi’s als landverraders beschouwd maar ook vandaag de dag denken neo-nazistische groeperingen daar niet anders over. Een kwaad dat onuitroeibaar lijkt. Het speelt in het gruwelijke verhaal over Villa Triste een rol. Het verhaal is afgezien van aan aantal momenten niet echt spannend maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de fraaie schrijfstijl en het doorleefde verhaal.
Villa Triste is een mooi en ontroerend verhaal over het onnoemelijke leed en de gruwelijkheid van de tweede wereldoorlog, over broederschap en verraad, over onmetelijke verdriet en over liefde die elke oorlog overwint maar ook een integere literaire thriller over wat we zien en wat we denken te zien, waarin dingen die echt en onecht zijn zich tegelijkertijd voordoen en ons zand in de ogen strooien. Soms ligt de oplossing voor een misdaad zo voor de hand dat zelfs de intelligente Pallioti dat aanvankelijk niet ziet. Lucretia Grindle bewijst met Villa Triste dat zij een uitstekende schrijfster is. Het smaakt naar meer.
****
Engelse titel: The Villa Triste
Vertaling: Saskia Peterzon-Kotte
Uitgeverij: A.W. Bruna – Utrecht
ISBN: 978 90 229 9946 2
© 2013 Joop Liefaard