Jack the Ripper was aan het einde van de negentiende eeuw een beruchte seriemoodenaar die in Londen een groot aantal prostituees om het leven bracht en daarover brieven schreef naar de politie.Het is ondanks vele speculaties nooit duidelijk geworden wie deze Jack the Ripper was.
In de wijk Whitechapel in Londen wordt in 2010 het gruwelijk toegetakelde lijk gevonden van de eigenaar. Het lichaam is dusdanig verbouwd dat het lijkt op een voorstelling van de Belgische surrealitische schilder René Magritte. Enige tijd later volgt er opnieuw een moord en ook hier wordt het lichaam dusdanig verminkt dat het lijkt overeen te komen met een ander surrealitisch kunstwerk.
Inspecteur Jack Pendragon en zijn rechterhand brigadier Jez Turner hebben dergelijke gruwelijke moorden nog nooit eerder meegemaakt en zien zich geconfronteerd met een uiterst intelligente moordenaar die met zijn werkwijze weliswaar een boodschap wil afgeven maar daarentegen niet gepakt wil worden.
In korte en gemakkelijk leesbare hoofdstukken vertelt Michael White een redelijk spannend verhaal. De verwijzing naar Jach the Ripper bestaat uit een tweede verhaallijn die de correspondentie uit 1888 bevat van ene William Sandler aan mevrouw Sonia Thomson en waarin hij gedetailleerd beschrijft waarom en hoe hij een aantal prostituees om het leven heeft gebracht.
De moordkunstenaar is goed geschreven maar bevat een aantal chliches en voorspelbare wendingen die afbreuk doen aan de originaliteit van het verhaal. Hoewel pas aan het einde van het boek duidelijk wordt wat de relatie tussen de twee verhaallijnen is, heb je steeds een vermoeden dat het zo zal aflopen. Hierdoor blijft een goed leesbaar verhaal een beetje in de middenmoot van het genre zweven en komt het niet echt tot ontwikkeling.
☆ ☆ ☆
Uitgeverij: Unieboek – Houten
Vertaling: Parma van Loon
ISBN: 978 90 475 1753 5
© Joop Liefaard