De Tekstsmederij laat een nieuwe generatie toneelschrijvers & regisseurs aantreden. Een van hen is mijn uiterst getalenteerde nicht Eva Jansen Manenschijn. De Tekstsmederij had een ontmoeting met haar en het resultaat daarvan kun je hieronder lezen.
Hoi. Jij bent Eva Jansen Manenschijn?
Dat klopt.
Je bent zomer 2014 afgestudeerd aan de HKU schrijfopleiding en werkt sindsdien als toneelschrijver, dramaturgie assistent en regieassistent. Hoe beïnvloeden die verschillende dingen elkaar?
De dramaturgie en regieassistentie zijn erg belangrijk voor me. Ik geloof namelijk dat een toneelschrijver zich er altijd bewust van moet zijn dat hij/zij onderdeel uitmaakt van een veel groter project. Ik vertrouw erg op samenwerking en ik geloof dat meerdere mensen elkaar vanuit meerdere perspectieven en disciplines kunnen verrijken. Ik leer via regieassistentes hoe acteurs en regisseurs met teksten omgaan. Ze stellen andere vragen dan een schrijver. Ik neem hun invalshoeken nu mee in mijn schrijfproces. Ook mijn functie als dramaturg geeft me inzicht in verschillende soorten stukken, structuren en maakprocessen. De praktijkervaring helpt me een gevoel voor theatraliteit te ontwikkelen. En wendbaarheid! Een tekst is niet zomaar af bij de eerste lezing. Het is schrappen en herschrijven tot het bittere eind. Ik leer daar van te houden.
Je afstudeerwerk was een monoloog. Bij ons werk je aan een stuk waarin je een soort kaalheid zoekt. Vertel.
Ik vraag me altijd al af wie de mens is zonder zijn context, functies… zijn spullen. We zijn zo gecultiveerd en kunnen onze identiteit opbouwen aan de hand van onze omgeving. Wij geloven in de beschaving en onze ratio waarmee we ons kunnen distantiëren van dierlijke verlangens en instincten. Maar wat als de mens uit zijn context wordt gerukt? Als de omgeving geen houvast biedt en er geen directe reden is om te spreken, omdat er geen impulsen van buitenaf komen?
In mijn afstudeermonoloog heb ik daarom een steriele ruimte gebruikt, zodat de vrouw zich nergens aan vast kon klampen. In de stiltes zoekt de vrouw naar een identiteit, een uitingsvorm.
Waar baseer je je eigen identiteit dan op? In mijn afstudeermonoloog heb ik daarom een steriele ruimte gebruikt, zodat de vrouw zich nergens aan vast kon klampen. In de stiltes zoekt de vrouw naar een identiteit, een uitingsvorm. Ik heb de kaalheid opnieuw ingezet voor deze dialoog. Ik wilde dat de onherbergzame omgeving de twee mensen niet zou kunnen afleiden van elkaar. Ze moeten op zoek naar hun wezenlijke identiteit en hun wezenlijk samenzijn. De stilte moet aangeven hoe eenzaam de mens is in zichzelf. Andere kant is stilte en kaalheid misschien precies wat we nodig hebben. Kunnen we onszelf dan pas echt erkennen.
Ongeveer een maand geleden kwamen jij en Dorike (van Genderen, regisseur) voor het eerst bij elkaar. Zij komt uit het muziektheater. Beïnvloedt dat jou tijdens het schrijven?
Dorike stimuleert me om op zoek te gaan naar stiltes en ritme. Ze zoekt meer naar een muzikale en zelfs fysieke spanning, dan dat ze op zoek is naar een dramatische lijn die het stuk doet ontwikkelen. Ze laat me vrij experimenteren met herhaling en korte zinnen. Voor mij geeft dat vertrouwen. Ik leer dat er ook andere manieren zijn om spanning op te zoeken, een meer theatrale spanning dan een dramatische. Zij is daar niet bang voor. Dat is mooi om te merken.
9 december gaan jij en Dorike over de eerste aanzet voor de tekst in gesprek met publiek bij De Tekstsmederij. Wat wil je uit dat gesprek halen?
Voor mij zijn nu deze eerste impulsen van het publiek belangrijk. Waar gaat de tekst voor hen over? Waar werden ze geraakt? Waar raakten ze het kwijt? We, Dorike en ik, experimenteren met de leegte, met de eindeloosheid, maar ik ben benieuwd of dat werkt. Uiteindelijk gaat het er voor mij om dat het een eerlijk gesprek is, waarin we erachter komen welk aspect in de tekst genoeg aanspreekt om op door te gaan. Of dat nu gaat om het thema, de vorm of de inhoud. Ook ben ik heel benieuwd hoe mensen deze tekst voor zich zien op het toneel.
Nog een inspiratiebron die je wilt delen?
Voor deze tekst heb ik veel Bernard - Marie Koltès gelezen. De eenzaamheid van de katoenvelden is qua thematiek erg belangrijk voor me. Ook Marguerite Duras geeft me zin om te schrijven. Ik heb veel afgekeken uit Agatha. Aan mijn muur hangen nu afbeeldingen van Gerhard Richter (Ema) en Edvard Munch (Jaloezie). Misschien neem ik ze 9 december wel mee.
Wil je Eva Jansen Manenschijn en Dorike van Genderen ontmoeten dan kan dat. Op 9 december, in Theater Bellevue in Amsterdam. Mét vers gemaakte glühwein en een fijn gesprek onder leiding van Timen Jan Veenstra. De toegang is gratis. Wel even reserveren via Theater Bellevue: 020-5305301020-5305301.
Bron: De Tekstsmederij