Bernard Steveniers woont en werkt in de Minderbroedersrui 18 in Antwerpen. Hij heeft er een galerij met de naam B.S.-P.V. Gallery. De initialen P.V. verwijzen naar Paul Vermeiren, zijn zakenpartner en levensgezel die hem voor een Roemeense videast heeft verlaten. Tegenover de galerij staat een flatgebouw dat bewoond wordt door een aantal mensen die in relatieve afzondering leven. Bernard observeert deze mensen en heeft door de jaren heen een goed beeld gekregen van hun doen en laten.
Vertier en diepgang vindt Bernard in Café De Twee B’s. Hij ontmoet er zijn vrienden en vriendinnen met wie hij tot diep in de nacht het glas heft en gesprekken voert. Daar ontmoet hij ook Gabriel, een Argentijnse jongeman van verpletterende schoonheid bij wie hij het verlies van P.V. denkt te kunnen vergeten. Op een avond verschijnt Bernard niet in het café. Zijn goede vriendin, inspecteur Claude de Man gaat op onderzoek uit en vindt in Bernards slaapkamer een bloederige stapel ingewanden, een hart en meer lichaamsdelen die ooit aan een levend iemand hebben toebehoord.
Ik heb altijd een hekel gehad aan klamme lakens en broeierige slaapkamers, maar sinds maandag waren de nachten weer iets koeler en was het dus opnieuw mogelijk om jongens uit te nodigen die al dan niet tegen een kleine vergoeding voor een uurtje mijn bed kwamen delen. Met wisselend succes, zoals altijd. Sommigen waren lief en begaafd, het soort waar je voor zou kunnen zwichten moesten ze niet zo dom zijn, anderen gedroegen zich onbeschoft, zelfs brutaal, en dat lag niet in mijn aard. Claude vond het onverantwoord om dat vreemde gespuis, de spoken van de Dam zoals zij ze noemde,systematisch in huis te halen waarop ik antwoordde dat ik om mijn donkere engelen te neuken nooit van vunzige backrooms, publieke toiletten, achterbanken van autowrakken, of zelfs het door geesten bezeten sprookjespark rond Fort V in Edegem gehouden had.
Bovendien vond ik het neuken op zich een noodzakelijke maar vrij repetitieve bedoening die alleen maar de moeite loonde wanneer de afwisseling voor een vleugje fantasie zorgde en er een zeker gevaar aan verbonden was. Daarom vond ik het normaal en zelfs spannend om nooit tweemaal met dezelfde partner naar huis te keren.
Na drie nachten na elkaar zoals ik zei ‘volk over de vloer’ gehad te hebben, besloot ik vanavond wat stoom af te laten en een paar rustige uurtjes met mijn pas aangekomen Strohalm Lexicon van de Milanese risotto op het terras van DE TWEE B’S te gaan doorbrengen. Dat kon daar, omdat het gros van de brallende nachtvlinders nooit voor middernacht opdaagde.
Patrick Conrad is een Vlaamse dichter, schrijver, essayist en filmmaker; een veelzijdig kunstenaar die in de misdaadliteratuur grote bekendheid geniet door o.a. de L-trilogie: Limousine, Louisiana en Luwte. Residentie van Artevelde wordt gepresenteerd als een roman noir. Noir is het zeker maar er zitten zoveel thrillerelementen in het verhaal dat het ook een misdaadroman genoemd zou kunnen worden. Het taalgebruik van Patrick Conrad is geweldig. Buitengewoon mooi, kleurrijk en verfijnd. Op zich is dit al voldoende aanbeveling het boek te lezen.
Daarnaast zijn er de geweldige personages. Mensen die in je kop gaan zitten en niet meer willen vertrekken. In een welhaast Fellini-achtig decor gaan ze aan ons voorbij en laten diepe indrukken achter. De stadsgids Castelijns, altijd gekleed in zijn rode duffelcoat, de Halve Swa, een man die de helft van zijn lijf kwijt is, Bob en Brendan met hun samenzweringstheorieën, de gewetenloze Pa Coke en Kristel Meth en zo zijn er nog veel meer in dit prachtige palet.
En natuurlijk is er het misdaadverhaal. Een gruwelijk en macaber verhaal dat een sterke maag vereist. Inspecteur Claude de Man heeft er bij haar onderzoek geen enkele moeite mee de regels wat op te rekken en dat brengt haar soms in een lastige positie. Ze slaat een onderzoeksrichting in die haar chef maar moeilijk kan begrijpen en die in hoge mate wordt geïnspireerd door een manuscript dat Bernard als basis voor een boek over de geschiedenis van Residentie van Artevelde en haar bewoners aan het schrijven is. Het verleden dat zijn schaduwen vooruit werpt speelt hierbij een belangrijke rol.
In het boek is veel aandacht voor de ruien van Antwerpen en de geschiedenis van en verhalen over deze interessante en misschien voor velen onbekende ondergrondse stadsgrachten van de stad.
De grote kracht van dit boek zijn het prachtige taalgebruik, de humor en de onvergetelijke personages. Het misdaadelement is hieraan ondergeschikt maar tegelijkertijd onmisbaar. Residentie van Artevelde is een buitengewone roman noir die begint als een beminnelijk verhaal over de dagelijkse beslommeringen van galeriehouder Bernard Steveniers en die eindigt in een ontknoping die uiterst morbide is. Als lezen vermaak is, dan is het lezen van Residentie van Artevelde topvermaak.
Uitgeverij: Uitgeverij Vrijdag – Antwerpen
ISBN: 978 94 6001 538 0
© 2017 Joop Liefaard
Deze recensie verscheen eerder bij Hebban|Crimezone, de boekensite voor en door lezers.