Een onzichtbareWorldCat•LibraryThing•Google Books•BookFinder In de nacht van 2 op 3 september 1928 wordt de 8-jarige Ingrid Bengtsson op een verlaten scheepswerf vermoord. De jonge en veelbelovende inspecteur John Stierna krijgt de leiding over het onderzoek. Hij belooft de alleenstaande moeder van Ingrid plechtig dat hij de dader van deze laffe moord te pakken zal krijgen. Alle mogelijke sporen worden gevolgd, honderden vingerafdrukken worden afgenomen, ontelbare getuigen gehoord, tips nagetrokken en het leidt allemaal tot niets. Weliswaar sluit het net zich steeds strakker om de moordenaar maar uiteindelijk blijft hij onzichtbaar. In 1953, vijfentwintig jaar na de moord gaat John Stierna met vervroegd pensioen. Hij is teleurgesteld en verbitterd dat hij de belofte aan Ingrid’s moeder niet heeft kunnen nakomen. Hij neemt zijn intrek in een hotel in de stad Visby waar hij voor de gasten op de piano speelt en het uitgebreide dossier dat hij over de zaak heeft meegenomen steeds opnieuw bestudeert in de hoop toch nog een beslissende aanwijzing te vinden die de zaak openbreekt voordat de verjaringstermijn verloopt en de moordenaar vrijuit gaat. Een journalist die een reeks artikelen schrijft over beroemde en beruchte misdaden die in Zweden zijn gepleegd, wil over de zaak Ingrid Bengtsson schrijven en hierdoor wordt John Stierna nogmaals gedwongen om de zaak tot in details te reconstrueren.
Hij wist nog dat het een lang verhoor was geweest, het had uren geduurd. Ze hadden over zoveel dingen gepraat. Over hoe het op school ging met Ingrid. Over vrienden, kennissen, buren. Maria Bengtsson had verteld over mannen met wie ze een relatie had gehad tijdens Ingrids jeugd. Ze hadden hen nagetrokken, uiteraard.
Stierna frunnikte aan het oude proces-verbaal. De bladzijden waren vergeeld. Hij sloot zijn ogen, alles kwam weer boven.
Maria Bengtssons antwoord op zijn vraag was snel gekomen die keer. “Er is me wel iets te binnen geschoten toen u en die dokter gisteren weer weg waren. Ze had iemand… Ze zei dat ze iemand had ontmoet. Een paar weken geleden nog maar. In het Vasapark. Een man.”
Stierna had Jonsson aangekeken. Jonsson had hem aangekeken.
“Een man? Had ze die vaker gezien? Kende ze hem?”
“Ik geloof het niet, maar dat weet ik ook niet. Ik weet niet wie ze allemaal tegenkomt. Op school. In winkels waar ze is geweest. Mensen in de buurt. Maar ik heb tegen haar gezegd dat ze voorzichtig moet zijn. Je weet het immers nooit… Maar ik geloof dat ze zei dat hij aardig was.”
“Hoe oud was hij?”
“Ik weet het niet goed… Ze dacht geloof ik dat hij van mijn leeftijd was, rond de dertig. Maar kinderen… U weet hoe kinderen zijn. Ze kunnen de leeftijd van volwassenen meestal niet al te goed schatten.”
“Wat heeft ze nog meer verteld?”
“Hij had haar een paar centen gegeven om poëzieplaatjes te kopen. Het eigenaardige was dat hij zei dat hij haar vader kende.”
Dat was de eerste keer dat Stierna van hem had gehoord.
Van de man in het Vasapark.
Een onzichtbare is het debuut van de Zweedse schrijver Pontus Ljunghill en wat voor een debuut. Twee verhaallijnen vormen de basis voor een mooi en intrigerend boek. De eerste verhaallijn gaat over het eigenlijke politieonderzoek en de onmacht van de sterke arm om een beslissende doorbraak te forceren en de dader te ontmaskeren. Daarbij hebben John Stierna en zijn team natuurlijk niet de beschikking over moderne onderzoeks- en opsporingsmethoden. DNA profielen, internet, mobiele telefoons waren er niet. De agenten droegen nog punthelmen en sabels, snorren werden in model gehouden met brillantine, telefoons waren van bakeliet. Toch slagen zij er in steeds dichter bij de moordenaar te komen.
De tweede verhaallijn gaat over inspecteur John Stierna die de plechtige belofte heeft gedaan de moord op te lossen, de dader te pakken en daarin niet slaagt. De frustratie en machteloosheid groeien maar tegelijkertijd ook de vastberadenheid. Hij raakt helemaal geobsedeerd door de zaak, een obsessie die verstrekkende gevolgen heeft voor zowel zijn professionele leven als zijn priveleven. En hij accepteert die gevolgen met een fnuikende en soms onbegrijpelijke gelatenheid.
Die twee verhaallijnen worden door Pontus Ljunghill op prachtige wijze beschreven waarbij vooral de ondergang van de veelbelovende en talentvolle John Stierna staat als een huis. De opbouw van het verhaal is knap en de schrijfstijl sober en indringend. Er zit een groeiende somberheid in het verhaal die verontrust maar uitstekend past bij de ontwikkeling ervan. Over de ontknoping laat ik mij verder niet uit. Ieder woord daarover zou iets kunnen verraden.
Ik ben heel benieuwd hoe Pontus Ljunghill in een volgende boek verder gaat met inspecteur Stierna. Een onzichtbare bestrijkt bijna een volledig leven waarin één misdaad allesoverheersend is. Plaats voor meer is er bijna niet. Ik laat me graag verrassen.
De laatste jaren wordt de boekenmarkt overspoeld door steeds nieuwe misdaadromans en dito nieuwe schrijvers uit Scandinavië. Veel daarvan komen niet of nauwelijks boven de middelmaat uit. Pontus Ljunghill vormt hierop een uitzondering. Met Een onzichtbare laat hij zien dat hij zich kan meten met de besten. Een topper. Het jaar is nog te jong om te spreken van de revelatie van 2013 maar wie weet………..
****
Zweedse Titel: En Osynlig
Vertaling: Edith Sybesma
Uitgeverij – Luitingh Sijthoff – Amsterdam
ISBN: 978 90 245 5808 7
© 2013 Joop Liefaard