“Zolang er leven is, is er hoop” zegt Cicero in Dictator, het derde deel uit de zogenaamde Cicero trilogie, waarvan deel 1 (Imperium) in 2006 en deel 2 (Lustrum) in 2009 verschenen. En hoop is het enige wat de begaafde redenaar en briljante advocaat Marcus Tullius Cicero nog heeft. Na een aantal kerendoor de tribuun Clodius valselijk te zijn beschuldigd van verraad, vertrekt Cicero uit Rome en gaat in ballingschap. Zijn verzet tegen het triumviraat van Julius Ceasar, Pompeius de Grote en Marcus Crassus is hem bijna fataal geworden. Op zijn reis wordt hij vergezeld door zijn trouwe secretaris, de slaaf Tiro. Zijn vrouw en kinderen blijven in Rome achter en zijn bezittingen worden verbeurd verklaard en in brand gestoken.
Toch blijft Cicero hoop houden en hij wordt uiteindelijk beloond. Hij herwint het vertrouwen van Julius Caesar die op veldtocht in Gallië is en de oversteek naar Brittannië wil maken en bij terugkeer in Rome wordt hij als een held binnengehaald. De situatie is echter grimmig en gevaarlijk. Clodius en zijn moordlustige bende geven zich niet zo gemakkelijk gewonnen en zinnen op wraak terwijl Pompeius een dubbele agenda heeft. De Romeinse Republiek kraakt in haar voegen.
Ik herinner me hoe de kreten van Caesars oorlogsbazuinen ons achter volgden over de duisterende velden van Latium – hun smachtend, jammerend gehuil, als van bronstige dieren – en hoe, toen ze verstomden, enkel nog het geschuifel klonk van onze schoenen op de ijzige weg, en onze wilde, hijgende adem. Voor de onsterfelijke goden was het onvoldoende dat Cicero werd bespuwd en verguisd door zijn medeburgers; onvoldoende dat hij midden in de nacht van de haard en altaren van zijn familie en voorvaderen werd verdreven, onvoldoende zelfs dat hij terwijl wij te voet van Rome wegvluchtten omkeek, en zijn huis in vlammen zag opgaan. Zij vonden het noodzakelijk aan al deze kwellingen nog een laatste hand te leggen: dat hij gedwongen was aan te horen hoe het leger van zijn vijand het kamp op het Marsveld opbrak.
Hij was de oudste van ons gezelschap, maar Cicero hield gelijke tred met de rest. Onlangs nog had hij het leven van Caesar in de palm van zijn hand gehouden. Hij had het kunnen vermorzelen als een ei. Maar nu was hun beider fortuin volkomen gekeerd. Terwijl Cicero naar het zuiden vluchtte om aan zijn vijanden te ontsnappen, marcheerde de bereider van zijn ondergang naar het noorden om beide Gallische provincies onder zijn gezag te brengen.
Hij liep met gebogen hoofd, zwijgend, en ik vermoedde dat hij te zeer vervuld was van wanhoop om te spreken. Pas bij het aanbreken van de dag, toen we met onze paarden samenkwamen bij Bovillae en klaarstonden voor het tweede deel van onze vlucht, bleef hij staan, met zijn voet in de deuropening van zijn rijtuig en zei plots: ‘Denk je dat we terug moeten gaan?’
Die vraag overviel me. ‘Ik weet het niet,’ zei ik. ‘Ik heb er niet over nagedacht.’
‘Nou, denk er dan nu dan maar over na. Waarom vluchten we uit Rome weg?’
‘Vanwege Clodius en zijn bende.’
‘En waarom is Clodius zo machtig?’
‘Omdat hij tribuun is, en wetten tegen u kan aannemen.’
‘En wie heeft het mogelijk gemaakt dat hij tribuun kon worden?’
Ik aarzelde. ‘Caesar.’
'Precies. Caesar. Dacht je dat het toeval was dat die man precies op dat moment naar Gallië is vertrokken? Natuurlijk niet! Hij heeft gewacht tot zijn spionnen hem meldden dat ik uit de stad was vertrokken, en pas daarna beval hij zijn leger te vertrekken.
Hoewel Dictator het laatste deel van een trilogie is, is het niet noodzakelijk de eerste twee delen eerst te lezen. Robert Harris verwijst kort en bondig en alleen indien nodig, naar eerdere gebeurtenissen. Hoewel Cicero de hoofdpersonage is, is er een belangrijke rol weggelegd voor diens secretaris, de slaaf Tiro. Hij is de verteller van het verhaal en geeft soms eigen interpretaties aan zaken die zich in het leven van zijn meester en in Rome afspelen.
Robert Harris staat erom bekend dat hij uitgebreid en gedegen onderzoek doet naar de onderwerpen waarover hij schrijft. Hoewel aan Tiro’s verhaal echte gebeurtenissen ten grondslag liggen is er ook wel wat fictie toegevoegd maar dat laatste neemt niet weg dat Dictator overtuigt als een nauwgezet verslag van twee tot de verbeelding sprekende gebeurtenissen uit de Romeinse tijd, te weten de ondergang van de Republiek en de moord op Julius Caesar.
Robert Harris heeft een heldere en beknopte schrijfstijl die veel overeenkomsten vertoont met de wat verheven stijl die bekend is uit geschreven bronnen uit Cicero’s tijd. Het is mooi als je ervan houdt en het kan wat irriteren als dat niet het geval is. De personages zijn scherp en helder getekend en overtuigen. Cicero is niet alleen de brilliante politicus en redenaar maar ook een man die te lijden heeft onder problemen in zijn gezin en Tiro is de trouwe slaaf die indien hij eenmaal de vrijheid heeft gekregen worstelt met zijn loyaliteit voor Cicero. De maatschappij die overloopt van scrupules, persoonlijke ambities, verraad, geweld en corruptie wordt indringend beschreven.
Dictator is een overtuigende en intieme kroniek over het leven van een rechtschapen man en een diepgaande en indringende schets van de laatste jaren van de Romeinse Republiek.
Engelse titel: Dictator
Vertaling: Arjaan enTthijs van Nimwegen
Uitgeverij: Cargo – Amsterdam
ISBN: 978 90 234 9563 5
© 2015 Joop Liefaard
Deze recensie verscheen eerder bij Hebban|Crimezone, de boekensite voor en door lezers.